Haute Route Pyrenees 2013: Tour de Fransje spelen
Zit ik net een beetje te bekomen van de afdaling van de Aubisque, komt Lewis langs vliegen. In zijn wiel happen een mannetje of acht naar adem, de bonkige Ier zelf grijnst alleen maar. Met zijn vinger draait hij een rondje in de lucht, ofwel: aansluiten en overnemen. Oef, werk aan de winkel.
Het is niet de eerste keer tijdens de Haute Route Pyrenees dat we elkaar tegenkomen. De eerste twee etappes heb ik Lewis tevergeefs proberen te volgen op nare, winderige Spaanse bergjes die hij puur op de macht omhoog beukte. De ritten daarop wist ik ’m telkens op de steile slotklim te passeren – eerst vlak onder de top van Superbagnieres, daarna halverwege de Tourmalet. Gisteren was hij mijn prooi tijdens de klimtijdrit op de Hautacam.
Met dichtgeknepen billen volg ik renners die blind bochten insturen. ‘Zullen we proberen om heel de finish te halen?’, roep ik. Geen antwoord
Dichtgeknepen billen
Maar dit is andere koek. Voor ons liggen geen serieuze beklimmingen meer, maar smalle weggetjes door glooiend terrein. En de groep is op stoom. Kop over kop denderen we door de vallei richting Pau, over asfalt dat hier en daar vergaan is tot grint, door slaperige dorpjes waar tussen de huisjes zomaar haarspeldbochten opdoemen. Met dichtgeknepen billen volg ik renners die blind bochten insturen alsof er geen tegenverkeer bestaat. “Zullen we proberen om heel de finish te halen?”, roep ik. Geen antwoord.
Een kleine twintig kilometer verder spurten Lewis en ik zij aan zij over de finishmat. Geen idee wie de sprint gewonnen heeft, maakt ook niet uit. We slaan elkaar op de schouders, en ik verzeker ’m dat ik na deze week nóóit meer met hem wil rijden. Die avond lees ik op het uitslagenbord dat ik honderdste geworden ben. Daar doe je het dan allemaal voor.
Stelletje fanaten
Als één ding opvalt tijdens deze eerste Haute Route Pyrenees, dan is het dat er gestreden wordt voor iedere plek. Waar je bij eendaagse cyclosportives nog wel eens een rustig groepje kunt opzoeken, daar is lekker toeren er hier niet bij. 330 fanatieke mannen en vrouwen staan er op zondag 1 september aan de start in Barcelona. Ze komen uit 54 landen en variëren in leeftijd van 22 tot 70 jaar. De jongste, Fransman David Poveroni, zal de meerdaagse uiteindelijk winnen, maar de oudste groeit uit tot een van de grote helden.
Francois Le Maut behoort tot de 44 zogenaamde iron riders: renners die in drie weken tijd zowel de Haute Route Pyrenees als de Haute Route Alpes rijden. “Ach, je moet een beetje geluk hebben dat je gezond blijft”, zegt hij, als we op een kabbeltempo van de finish naar het racedorp rijden. “Maar ik verzorg mezelf goed, en sinds mijn pensioen heb ik wat meer tijd om te trainen.” Met een grote grijns: “Ik word ieder jaar nog beter.”
Nu even douchen, straks naar de pastaparty, een half uurtje massage en dan richting hotel. Ik zou hier best aan kunnen wennen
Douche, massage, pasta
In het racedorp heerst een gezellige drukte. Na zes dagen merk ik dat er iets van routine begint te komen in het middagprogramma. Eerst de fiets in het bewaakte bikepark zetten, daarna een massage-afspraak maken, rugzakje met schoenen en kleren ophalen, nu even douchen, straks naar de pastaparty, een half uurtje massage en dan richting hotel. Ik zou hier best aan kunnen wennen.
“Sorry, kan iemand mij even helpen met mijn shirt?” De Brit in de deuropening ligt aan één kant open en zijn schouder hangt op half zeven; typisch gevalletje gebroken sleutelbeen. “Zou je niet even naar de medics gaan?”, oppert een collega. “Nee, komt straks wel.” Als iemand vraagt of hij niet baalt dat hij moet opgeven, kijkt de Brit hem met grote ogen aan. “Mate, waar héb je het over?”
Dikke mist
Tijdens de pastaparty gonzen er wilde verhalen rond. Van renners die op de Aubisque een Wim van Estje hebben gedaan. Zou zomaar kunnen, want de omstandigheden daarboven waren beroerd. De hele week zijn we getrakteerd op prachtig weer, maar vanmorgen in Argelès-Gazost lagen de bergtoppen ineens verscholen achter een duister wolkenpak. Eenmaal op de top van de Col du Solour was de mist zo dik dat het daglicht er maar met moeite doorheen kon komen. Vertrouwend op mijn gps en vaag knipperende achterlichtjes heb ik mijn fiets door het grote niets richting Aubisque gestuurd. Waar de lol pas echt kon beginnen: de afdaling.
“Ik heb me kapot gelachen”, vertelt Jef Zimmermann. De Limburger kwam met de besten boven, maar heeft zich op de weg naar beneden niet gek laten maken. “Voor me ging een Italiaan onderuit. Niet veel later kwam hij me alweer voorbij, helemaal onder de modder en woest gebarend dat ik vaart moest maken. Wat een gek. Ik heb ‘m lekker laten gaan.”
Op de Aubisque loopt het uiteindelijk af met ‘slechts’ een paar gebroken ribben en sleutelbenen
Veiligheid boven alles
Die avond laat de organisatie tijdens de race briefing weten dat de afdaling van de Aubisque is geneutraliseerd. Het is deze week al vaker voorgekomen dat gedeeltes van het parcours zonder timing werden verreden. “Veiligheid is echt onze absolute topprioriteit”, benadrukt operations director Matt Holden. Helemaal sinds vorig jaar tijdens de Haute Route Alpes een renner dodelijk verongelukte. Risico’s uitbannen is onmogelijk: je hebt nu eenmaal te maken met mensen, en die kunnen foute inschattingen maken. “Maar soms is het beter om renners tegen zichzelf in bescherming te nemen”, aldus Holden. Op de Aubisque loopt het uiteindelijk af met ‘slechts’ een paar gebroken ribben en sleutelbenen. “We zijn nog druk in overleg over morgen, want er is regen op komst.”
Prachtig en hels
Op weg naar de start in Arette is het stil in de bus. Buiten hoost het, en daar waar de bergen zouden moeten liggen, lichten donkere donderwolken onheilspellend op. Eenmaal in Arette horen we dat de Col du Soudet is geschrapt, wat de Col d’Ahusquy tot enige berg van betekenis maakt. Maar die slechts 1000 meter hoge puist blijkt wel een van de zwaarste cols van de week. De eerste zes kilometer komen nauwelijks onder de 12 procent. Daarna vlakt hij af, maar ik ben er nog niet uit wat erger is: een steile muur of een valsplat geitenpad met storm tegen. Volledig uitgewoond kom ik boven, waar ik een niet al te kloek besluit neem: de laatste 60 kilometer ga ik op mijn gemakje uitrijden. Ik ben heel en wil dat graag zo houden. Landgenoot Jan Dieleman knikt instemmend. “Ik was exact hetzelfde van plan.”
Terwijl ik voor het virtuele thuisfront nog eens extra aanzet, realiseer ik me wat we hier met zijn allen eigenlijk aan het doen zijn: Tour de Fransje spelen
Dichtbij de droom
Een uur later kijken we elkaar verwilderd aan. Gingen we het niet rustig aan doen? Van de veertig man die na de Col d’Ahusquy samen een soort bus hadden gevormd, zijn er nu nog vijftien over. Het tempo blijft onverminderd hoog en al tien keer heb ik me voorgenomen de club te laten lopen. “Ik voel het zuur in mijn benen branden”, klaag ik tegen Jan. “Denk je dat je de enige bent?”, hijgt hij terug. Ik kijk eens om me heen. Verrek, hij heeft gelijk. Zelfs de mensen die de groep aan stukken hebben gescheurd, zien eruit alsof ze ieder moment kunnen ontploffen.
Dat geeft de burger moed. Zo veel zelfs dat ik niet veel later zelf de bus voortsleep. Er komt een motor voorbij, met een cameravrouw achterop. Wow, ik word gefilmd! Terwijl ik voor het virtuele thuisfront nog eens extra aanzet, realiseer ik me wat we hier met zijn allen eigenlijk aan het doen zijn: Tour de Fransje spelen. Al deze mannen en vrouwen zullen net als ik ooit van een profcarrière gedroomd hebben, van eeuwige roem in de grootste wielerronde ter wereld. De Haute Route, met zijn motards, verzorgers en legendarische beklimmingen is het dichtste dat we daar ooit bij in de buurt zullen komen.
Greg Lemond, jij hier?
Op de finishlijn in Biarritz worden we met applaus ontvangen door Haute Route Pyrenees-ambassadeur Greg Lemond. “Jullie hebben zeven dagen aan één stuk geklommen”, zegt de drievoudig Tour de France-winnaar. “Dat is zwaarder dan wij het ooit gehad hebben in de Tour.” Hij overdrijft graag, die Greg. Maar na deze prachtige helse week geloof ik hem graag.
Gepubliceerd in Fiets nr.1, 2014
Kan iedereen een meerdaagse rijden?
Nee, maar je hoeft ook geen volleerd hardrijder te zijn. Rijd eens een pittige eendaagse cyclo, en bedenk je dat je zoiets meerdere dagen achter elkaar moet doen. Ga je dat leuk vinden? Meerdaagse cyclosportives hebben meestal veel hoogtemeters én een tijdslimiet: zorg dus dat je niet te zwaar bent. Een gezondheidsbewijs van je (sport)arts is verplicht.
Hoe bereid je je voor op zoiets?
Zelf heb ik acht maanden getraind, waarbij ik me vooral gefocust heb op vaak rijden. Liever vier of vijf keer per week kort, dan twee keer kort en één keer lang. Rijd in de aanloop een paar cyclo’s in het buitenland en/of ga een weekje klimmen. Probeer de laatste weken alleen maar korte, intensieve trainingen te doen. Zo herstel je zonder kracht in te boeten.
Wat neem ik mee?
Helm, schoenen, minimaal twee fietssetjes, arm-/kniewarmers, gilet, regenjas, multitool, pompje en reservebanden zijn een must. Winterkleren kunnen handig zijn in de bergen. Bij de meeste meerdaagse tochten is eten en drinken verzorgd, maar toch sleep ik voor de zekerheid altijd potten poeders, repen en gels mee. Een voetpomp is handig. Doe er nog wat burgerkledij, een boek, telefoon en laptop bij en je tas zit meer dan vol.
Haute Route Pyrenees 2013
Km, hm: ± 750 km, 20.000 hm
Parcours: Barcelona-Biarritz (HRP)
Prijs: € 1500,- Accommodatie: vanaf € 330,- (Basic, 7 overnachtingen)
Shuttlebus: € 80,-
Ervaring: Nergens ervaar je het Tour de France-gevoel beter. Je krijgt tassen en fietskleren, motards en vrijwilligers houden de weg vrij, mecaniciens en ambulance rijden mee… Alles ademt professionalisme. Basic-accommodatiepakket was tijdens HRP 2013 met twee hotels, twee appartementen, een stacaravan en één internaat in orde. Fourage onderweg is voldoende, aan de finish overvloedig. Nieuw komende zomer is de Haute Route Dolomites. De echte freaks worden uitgedaagd om de drie cyclo’s achter elkaar rijden. Nu nog even sparen…
Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Deze wielerdocumentaires slepen je de fietsloze zomer door
Strava trekt betaalmuur verder op: goed idee of doodsteek?
Hoe Zwift je seizoen kan maken én breken