Binnen trainen: wat heb ik nodig?
Om optimaal te kunnen genieten en profiteren van programma’s als Zwift en The Sufferfest, heb je niet genoeg aan een fiets en een Tacx. Met de volgende set-ups kun je prima binnen trainen. De onderlinge verschillen zitten ’m vooral in realisme.
Trainingssoftware voor binnen is in opkomst, vooral dankzij de doorbraak van Zwift en de zogenaamde smart trainer. Zo’n slimme indoortrainer zendt via een draadloos protocol (Bluetooth of ANT+) jouw fietsgegevens door aan software op je computer. En die kan daar van alles mee doen. Het kan de data gebruiken om jouw training te sturen, bijvoorbeeld door de weerstand op je smarttrainer te verhogen tijdens blokkentrainingen. Het kan je zelfs tegen andere mensen laten racen in een virtuele wereld, zoals in Zwift.
Een smarttrainer lijkt dus een eerste vereiste om met online-trainingsprogramma’s aan de slag te gaan. Toegegeven, het geeft de meest realistische feel aan het binnen fietsen. Maar onmisbaar is zo’n ding niet. Sterker nog: mensen die zowel binnen als buiten serieus willen trainen, kunnen hun geld misschien wel beter besteden. Aan een vermogensmeter bijvoorbeeld.
Mensen die zowel binnen als buiten serieus willen trainen, kunnen hun geld misschien wel beter besteden aan een vermogensmeter
Systeemeisen
Maar laten we bij het begin beginnen. Afhankelijk van de trainingssoftware die je wilt gebruiken, heb je allereerst nodig:
- PC of Mac, iOS of Android
- Internetverbinding of Wifi
De exacte systeemeisen verschillen per programma, dus controleer goed of jouw computer en/of tablet de betreffende software aankan. Het spreekt voor zich dat videoprogramma’s hogere eisen stellen aan je videokaart, geheugen en internetverbinding. Heb je een Mac? Let dan goed op voor je iets aanschaft, want lang niet alle trainingssoftware draait op OSX. Microsoft-eigenaren hoeven zich wat dat betreft weinig zorgen te maken. Anderzijds zijn apps voor op de tablet praktisch altijd geschikt voor iOS en slechts sporadisch voor Android.
Om contact te maken met de software dien je te beschikken over:
- Bluetooth en/of ANT+ dongel
Dat eerste moet geen probleem zijn: praktisch alle tablets, mobiele telefoons en computers zijn tegenwoordig uitgevoerd met Bluetooth. Heb je een hartslagmeter, snelheidssensor en/of smarttrainer die alleen draadloos kan communiceren via ANT+? Dan moet je daar een losse dongel voor aanschaffen. De ANT+ dongel is een stickje dat via de usb-poort van je computer het signaal van je sensoren doorgeeft aan de software. Zo’n ding is online verkrijgbaar vanaf zo’n 25 euro.
Is dat allemaal in orde? Mooi, dan gaan we fietsen! Hieronder de mogelijke set-ups, van minimaal tot optimaal.
Minimale set-up: speed sensor & hartslagband
- Basic trainer (bijv. Tacx Satori/Blue Motion)
- Snelheidsensor
- Cadanssensor
- Hartslagmeter
Het hoeft echt allemaal geen klauwen met geld te kosten. Programma’s als Zwift en TrainerRoad hebben slimme algoritmes om gegevens van een snelheidssensor om te zetten in virtueel vermogen. Zo kun je prima binnen trainen en je resultaten met elkaar vergelijken. Vergelijken met anderen is wél een probleem, daarvoor wordt de uitkomst van dat slimme algoritme niet betrouwbaar genoeg geacht. Gevolg is dat je met deze minimale setup meestal niet mag meedoen in races op Zwift.
Basis set-up: vermogensmeter
- Basic trainer
- Vermogensmeter (bijv. Stages, SRM of Powertap)
- Hartslagmeter
Alle software die ik ken, kan de gegevens van vermogensmeters uitlezen. Mooi! Want zo’n vermogensmeter mag dan prijzig zijn, het bespaart je de aanschaf van een smarttrainer. Het grote voordeel van deze set-up is dat je de gegevens van zowel binnen- als buitentrainingen perfect met elkaar kunt vergelijken. Je gebruikt immers overal dezelfde bron. Bovendien registreert een vermogensmeter je échte vermogen, waar de meeste smarttrainers slechts een virtueel vermogen berekenen.
Fun set-up: smarttrainer
- Smarttrainer (bijv. Tacx Vortex/Bushido of Wahoo Kickr Snap)
- Hartslagmeter
Gaat het je vooral om de lol en niet om de data, dan betaalt de aanschaf van een smarttrainer zich al snel terug. In Zwift voel je de weerstand oplopen als je bergop gaat en afnemen tijdens het dalen. En wieltjeplakken kost ook daadwerkelijk minder energie dan keihard op kop stoempen. Naast de realistische feel (let wel, de ene smarttrainer voelt realistischer aan dan de andere) is ook de ergofunctie motiverend: hierbij verhoogt en verlaagt de trainer de weerstand tijdens workouts.
Optimale set-up: smarttrainer + vermogensmeter
- Smarttrainer
- Vermogensmeter
- Hartslagmeter
Wil je realisme, een juiste registratie van je vermogen én de mogelijkheid om trainingen binnen en buiten met elkaar te vergelijken? Dan is dit de perfecte set-up. Nu nog even sparen.
Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Deze wielerdocumentaires slepen je de fietsloze zomer door
Strava trekt betaalmuur verder op: goed idee of doodsteek?
Hoe Zwift je seizoen kan maken én breken