Zo werd de Selle Italia Flite een klassiek fietszadel – Canon #3
De Selle Italia Flite is de optelsom van een decennia lange strijd tegen zadelpijn. De geboorte van een klassiek racezadel.
Dit artikel is gepubliceerd als onderdeel van de rubriek Fietsonderdelencanon in Fiets nr. 5, 2018
Bernard Hinault had een Turbo
Als je Bernard Hinault vraagt naar zijn favoriete zadel ooit, zal hij ongetwijfeld de Selle Italia Turbo noemen. Dat was in zijn tijd een revolutionair model. Voor 1980 waren racezadels knoepelharde, over metaal gespannen brokken leer. De Turbo bezat een nylon dek, was voor zijn tijd redelijk anatomisch gevormd en had padding (vulling) van verschillende diktes op precies de juiste plekken. Dat vergrootte het comfort aanzienlijk. Naar de huidige standaard was de padding wellicht wat overdadig. Als je in de racehouding te diep wegzakt, moeten de spieren en pezen in je zitbeentjes zich extra aanspannen – waardoor je juist zadelpijn krijgt. Hoe krijg je die balans tussen comfort en hardheid precies goed?
Selle Italia gered van de ondergang
Het was een vraag die Giuseppe Bigolin al sinds 1967 bezighield. Dat was het jaar waarop hij het even legendarische als zieltogende Selle Italia redde van de ondergang. Hij nam naam en boedel over, verhuisde de Milanese zadelfabriek naar Bassano del Grappa, het hart van de Italiaanse fietsindustrie, en begon er helemaal overnieuw. Samen met een collega kon hij op een goeie dag net veertig zadels in elkaar zetten. Maar heel langzaam ging het bedrijfje weer groeien. En dankzij nieuwe technieken, jong talent en de bezielende creatieve leiding van Bigolin zelf kreeg het aloude Selle Italia (anno 1897) weer een gezonde blos op de wangen. Zeker toen Hinault, Greg Lemond en Laurent Fignon Tours gingen winnen op de Turbo.
Schokbrekers in de zadelrails
In 1984 volgde een belangrijke nieuwe vinding op weg naar de klassieker die wij hier eren. In het railsysteem onder het zadel bracht Selle Italia drie padjes van elastomeer aan. Deze schokbrekers maakten dat er minder padding nodig was in het dek om hetzelfde absorptievermogen te bereiken. Maar er was nog steeds iets waar vooral ronderenners over klaagden: schuurplekken aan de binnenzijde van hun benen. Bigolin begreep dat de Turbo, met zijn vriendelijke vormen, weliswaar een grote stap voorwaarts was geweest, maar dat er drastische ingrepen nodig waren om het comfort verder te optimaliseren.
Het eerste zadel onder 200 gram
In 1990 achtte Selle Italia de tijd rijp voor een in alle opzichten compleet nieuw model. De Flite was 280 millimeter lang en 146 millimeter breed: extreem slank voor die tijd. De ver naar achteren doorlopende punt maakte soepel trappen mogelijk zonder met je benen langs de zadelranden te schaven. Die randen waren opvallend dun, wat extra materiaal en dus gewicht scheelde – de Flite was het eerste zadel onder de 200 gram. De hartvormige achterkant met bescheiden padding gaf precies genoeg ondersteuning om comfortabel te kunnen zitten. En omdat de Flite vrij vlak was, had je ook nog enige bewegingsvrijheid.
De troon van Miguel Indurain
Het hypermoderne racezadel werd een instant succes, mede dankzij goede reclame van een jonge nieuwe veelwinnaar. Begin jaren negentig heerste Miguel Indurain in de Tour, gezeten op de troon van Selle Italia. En die vorstelijke zetel werd in de jaren na de release steeds luxer. Zo kwamen er versies met gelpadding, titanium rails, carbon rails en geïntegreerde elastomeerpads. In 2013 verdiende de Flite zelfs een complete update.
De Selle Italia Flite is nog altijd gewild
Het smalste zadel op de markt is het al lang niet meer en het is ook zeker niet de lichtste. Maar waar de Turbo nog slechts in trek is bij nostalgici met stalen fietsen en buiscommandeurs, daar is de Selle Italia Flite na bijna dertig jaar nog altijd razend gewild onder wielrenners van alle rangen en standen. Wat dat zegt? Dat die titel ‘klassieker’ dik verdiend is.
Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Deze wielerdocumentaires slepen je de fietsloze zomer door
Strava trekt betaalmuur verder op: goed idee of doodsteek?
Hoe Zwift je seizoen kan maken én breken