Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Op de grote dopingverhalen is het nog even wachten. De eerste helft van de documentaire Lance, over de opkomst en ondergang van de zevenvoudig Tour-winnaar, zoomt vooral in op die andere onmisbare succesfactor.
De crux zit ’m in een bijzinnetje, weggemoffeld tussen twee andere bijzinnetjes, in een verder niet al te boeiend verhaal. Lance Armstrong vertelt over zijn lange trainingsritten, en hoe die hem de tijd gaven om dingen in perspectief te plaatsen. ‘Dan dacht ik na over mijn doelen, ik drukte mijn haatknop in, of ik maakte plannen.’ Die haatknop. Die bleef hangen. Heb jij er eentje? Zouden veel andere wielrenners hem hebben? Waar heb je dat ding eigenlijk voor nodig?
Deel 1 is één grote karakterschets
Wie spuiten en bloedzakken had verwacht, zal tijdens de eerste helft van de drie uur durende documentaire Lance met enige regelmaat op de klok hebben gekeken. Deel 1 behandelt het leven van Armstrong tot aan de eerste Tourzege, in 1999. Jeugd, triatlon, wielrennen, wereldkampioen, kanker, Ferrari, miraculeuze comeback. Maar het laat zich toch vooral zien als één grote karakterschets.
‘Lance was een bully’
Veel vrienden van destijds zijn inmiddels geen vrienden meer. Rick Crawford, Betty Andreu, Jonathan Vaughters, Tyler Hamilton: ze waren passanten op weg naar de top. Sommigen roemen zijn winnaarsmentaliteit, anderen zijn uitgesprokener. ‘Hij was een bully’, zegt triatleet Crawford, die hem op z’n veertiende ontdekte. Rekening houden met anderen was er niet bij, zegt Andreu. De omgeving moest zich maar aan hem aanpassen. En uiteraard was alles een wedstrijd. En die kon maar één winnaar hebben.
Voor Lance was alles een wedstrijd
Tussen de bedrijven door zien we hoe Armstrong zich vandaag de dag door het leven beweegt. Hij laat zich van zijn charmantste kant zien en geeft zonder morren antwoord op lastige vragen. Maar soms, weggemoffeld in een bijzinnetje of een veelzeggend beeld, bevestigt hij dus onbewust(?) het beeld dat zijn oude maten schetsen.
Dat hij net een US Postal-claim van 165 miljoen dollar geschikt heeft voor vijf miljoen, tovert een heimelijke glimlach op zijn gezicht. Gewonnen. ‘Waarom heb je dat huis verkocht?’, vraagt dochter Grace als ze langs de woning varen die Armstrong van zijn eerste miljoen heeft laten bouwen. Het werd te klein, legt pa uit. Korte stilte. ‘Twee miljoen voor gehad.’ Flits van een grijns.
Weinig nieuws onder de zon
Veel nieuwe feiten komen er niet naar boven in dit eerste deel van Lance. De jeugdverhalen zijn bekend, de strijd tegen kanker is uitgebreid gedocumenteerd. Ook de eerste experimenten met doping zijn al in geuren en kleuren beschreven in Daniel Coyle’s briljante boek The secret race. Het enige dat nieuw is, is dat de hoofdrolspeler zelf al die verhalen nu bevestigt. En dat hij en passant een kijkje geeft in zijn hoofd, waardoor je wellicht iets beter leert begrijpen waarom hij deed wat hij deed. Wat overigens niet wil zeggen dat je er ook begrip voor moet hebben.
Doping is niet het hele verhaal
Je moet een egoïstische klootzak zijn om een groot kampioen te kunnen worden, en bij Lance Armstrong ging dat vanzelf. Natuurlijk kun je zijn successen toeschrijven aan doping. Maar zonder dat meedogenloze karakter hadden zelfs de beste wondermiddeltjes hem nog niet kunnen helpen. Misschien was die haatknop wel zijn echte geheime wapen.
Het slotdeel van de documentaire Lance is te zien op zaterdag 13 juni om 21.00 uur. Kijk tot die tijd deze documentaires.
Fox Sport, za. 6 juni 2020
Regisseur: Marina Zenovich
[…] Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review) […]