Thomas Dekker – Mijn Gevecht (review): zijn bloed was in topvorm
Over gratis marketing heeft wielrenner Thomas Dekker niet te klagen gehad. Maar is zijn autobiografie Mijn Gevecht ook een goed boek?
Typisch, de meest aangehaalde passages uit Thomas Dekkers autobiografie Mijn Gevecht staan in het begin en worden enigszins terloops genoemd. Gezellig aftrekken in een washandje met kamergenoot Steven de Jongh? Half paginaatje. Avondje naar Sauna Diana met de Rabobank-ploeg. Pagina, hooguit. Lang lijkt het erop alsof het boek één lange opsomming wordt van terloops genoemde voorvallen en voorvalletjes. Alsof ghostwriter Thijs Zonneveld niet de tijd heeft genomen om door te vragen. Om de diepte in te gaan. Wellicht heeft Thomas Dekker geen diepte. Of vond de wielrenner het vooral belangrijk om tijdens de afrekening met zijn schimmige (doping)verleden zo volledig mogelijk te zijn.
Maar dan, ergens op veertig procent, gaat het beginnen.
Het peloton in mijn wiel wordt een heel klein pelotonnetje. Rasmussen roept af en toe dat ik niet te gek moet doen. Het is mijn beste dag op de fiets ooit
Alle risico’s voor niets
We zijn dan al aanbeland bij de roemruchte Tour de France van 2007, als Rabo-kopman Michael Rasmussen in de gele trui de Ronde moet verlaten. Het verteltempo gaat omlaag en dat geeft je de tijd om in de huid te kruipen van de hoofdrolspeler. Je beleeft wat de dan pas 22-jarige renner beleeft. Je voelt wat hij voelt. Je begrijpt zelfs zijn frustratie, als blijkt dat al zijn knechtenwerk, al zijn gehannes met dynepo, alle risico’s die hij genomen heeft… Als dat allemaal voor niets blijkt te zijn geweest.
Het is het moment waarop Thomas Dekker definitief van god los gaat. Het grootste wielertalent dat Nederland in decennia gehad heeft, luistert naar niemand meer. Hij trekt zijn eigen plan, neemt risico op risico en voelt zichzelf onaantastbaar en onoverwinnelijk: ‘Mijn bloed is in topvorm.’ Het tempo gaat weer omhoog en je gaat als vanzelf mee in die bizarre rollercoaster van koersen, naalden, bloedzakken, waterzakken, zuipen, scheuren, neuken…
En dan, ergens op zestig procent, is het alweer voorbij.
Vervallen in oude fouten
Het is het probleem dat David Millar ook had met zijn autobiografie Racing Through The Dark. Je neemt doping, wordt gepakt en geschorst, valt in een diep zwart gat, en vervolgens probeer je braaf je leven te beteren. En stort de zorgvuldig opgebouwde spanningsboog van je levensboek in.
Voor Mijn Gevecht is het maar goed dat Thomas Dekker hardleers is en regelmatig in oude fouten vervalt – niet qua doping, wel wat betreft de rest. Maar dat neemt niet weg dat het hoogtepunt veel te vroeg komt. Daarnaast ebt ook het begrip weg, en vind ik Dekker al snel weer net zo’n nare, narcistische jankerd als in het eerste deel. Dat vind-ie zelf trouwens ook, een heel boek lang. Maar blijkbaar is hij niet in staat om daar van te leren. ‘Ik wil altijd meer’, zegt hij ergens aan het slot, ‘en daarom eindig ik meestal met niets.’
Het Spaanse probleem
Dat citaat zullen de meeste snelle recensenten niet gehaald hebben. Die waren al tevreden met het washandje van De Jongh, en misten zo enkele andere opmerkelijke stukken – die ik persoonlijk een stuk interessanter vind dan al die schaamteloos uitgevente privé-shit. De duistere zaakjes van manager Jacques Hanegraaf bijvoorbeeld. Rabo-ploeggenoot Remmert Wielinga in een Madrileens hotel waar Dekker net vers bloed heeft gekregen van dopingdokter Fuentes. Vancansoleil-ploegmanager Daan Luijkx, die tijdens contractonderhandelingen aanbiedt om Dekkers ‘Spaanse probleem’ (Fuentes was gepakt door justitie) te helpen oplossen. En Lotto-ploegleider Mark Sergeant, die niet geïnteresseerd is in het bloedpaspoort van Thomas Dekker en hem blind tekent, terwijl de UCI dan al voor 99,9 procent zeker weet dat hij doping gebruikt.
Het zet de successen van bepaalde renners uit die ploegen ineens in een heel ander daglicht.
Dit boek dient om een deel van de puinhoop op te ruimen. Het is een biecht om mezelf te bevrijden van de smerige waarheid die al jaren in me ligt te rotten
Selectieve openheid
Misschien is het wel waar, wat de ‘gedupeerden’ van het boek roepen, en is Thomas Dekker inderdaad een fantast. Misschien niet. Ik zou het niet weten. En het maakt ook niet uit. Mijn Gevecht is zijn autobiografie. Zijn vlot geschreven, persoonlijke en (dus) gekleurde visie op de waarheid. Neemt niet weg dat Dekker op zijn minst rancuneus en gefrustreerd lijkt. Michael Boogerd, zijn oude held en vriend, verbruide het definitief door hem geen contract bij Team Roompot aan te bieden, en krijgt er in het boek ongenadig van langs. Jacques Hanegraaf stuurde Dekker torenhoge rekeningen voor gederfde inkomsten tijdens zijn schorsing. Kill kill kill!
Anderzijds is er ook een Fuentes-klant die hij bewust beschermt door hem niet bij naam te noemen: ‘Ik vind dat hij het zelf moet bekennen.’ En de vermaarde Italiaanse dokter/trainer Luigi Cecchini speelt een wel heel kleine rol voor iemand die Dekker zijn ‘derde vader’ noemt. Zo lijkt ’s mans complete openheid van zaken toch enigszins selectief te zijn.
Auteur: Thijs Zonneveld
€ 19,99 (e-book € 9,99)
ISBN: 9789048835157
Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Deze wielerdocumentaires slepen je de fietsloze zomer door
Strava trekt betaalmuur verder op: goed idee of doodsteek?
Hoe Zwift je seizoen kan maken én breken