Waar zijn de ovale kettingbladen van Shimano gebleven? – Valse Start #5
Ovale kettingbladen bestaan al een dikke eeuw, en toch zijn ze altijd een niche gebleven. De eerste en laatste poging om ons massaal aan het ei te krijgen, stierf een stille dood.
Dit artikel is gepubliceerd als onderdeel van de rubriek Valse Start in Fiets nr. 7, 2019
Aan iedere geniale vernieuwing gaan de nodige hele en halve mislukkingen vooraf. Deze serie eert fietsen en fietsonderdelen die hun tijd te ver vooruit waren. Dit keer: de ovalen kettingbladen van Shimano uit 1983.
Wat is eigenlijk het idee achter ovale kettingbladen?
Dat ze je over het dode punt heen helpen. Letterlijk. Al in de jaren negentig van de negentiende eeuw maakte de Amerikaanse postkoets- en rijwielbouwer Columbia fietsen met ovale kettingbladen. Bij die oorspronkelijke modellen stond het ei bij wijze van spreken rechtop als de crankarmen horizontaal waren. De diameter van het kettingblad was dan het grootst: je trapte zwaar. Bewoog je de trappers naar de verticale positie, dan verkleinde de diameter zich en ging je lichter trappen. In de verticale positie bevindt zich het dode punt, het moment waarop je geen trapkracht kunt uitoefenen. De theorie achter het aloude ovale kettingblad is dat je sneller over dat dode punt heen komt als je daar op z’n lichtst trapt.
Is dat ook zo?
Daar zijn de meningen tot op de dag van vandaag over verdeeld. Fabrikanten, wetenschappers, fietsers: ze komen er onderling niet uit. Feit is dat Shimano er niet in geloofde. Begin jaren tachtig besloot de Japanse onderdelenfabrikant het wiel – of beter: het ovaal – helemaal opnieuw uit te vinden.
Hoe pakte Shimano dat aan?
De engineers in Osaka namen de oorspronkelijke theorie en stelden die negentig graden bij. Bij de Shimano Biopace, die in 1983 het levenslicht zag, lag het ei in de horizontale stand van de crankarm juist plat op z’n kant. Dat betekende dat je in die positie op z’n lichtst trapte, in plaats van op z’n zwaarst. De Japanners bedachten dat je met een soepele pedaaltred momentum kweekt om het dode punt op z’n zwaarst te overbruggen, wat de krachtoverbrenging aanzienlijk effectiever maakt.
Is dat ook zo?
Ook het Ei van Shimanus heeft voor- en tegenstanders. Maar het feit dat geen enkele onderdelenfabrikant ovale kettingbladen volgens het Biopace-principe maakt, zegt misschien wel genoeg. Zelf is Shimano nog best lang blijven geloven in haar vinding. Cranks met Biopace-bladen zijn van 1983 tot 1993 in de handel geweest. In die jaren is er heel wat marketingbudget tegenaan gegooid om ons massaal aan het ei te krijgen. Maar helaas.
Waarom was Shimano Biopace geen succes?
Daar is niet één duidelijke oorzaak voor aan te wijzen, het is meer een opeenstapeling van factoren. Verkoopsuccessen zijn in de fietswereld voor een groot deel afhankelijk van gebruik in het profcircuit. Maar voor zover mij nu bekend heeft geen enkele professionele wielerploeg ooit met Biopace gereden. Daar was het kettingblad ook niet voor bedoeld. Shimano zette haar marketingbudget vooral in om triatleten, tijdrijders en mountainbikers te verleiden. Dat was toen nog een vrij kleine doelgroep. De fabrikant wees er nadrukkelijk op dat een renner alleen baat had bij het systeem als hij een cadans aanhield van onder de 90 rotaties per minuut. Daarmee sloot het nog eens een fikse groep (top)atleten uit. Daarbij waren de kettingbladen eigenlijk te groot voor mountainbikers, die in die tijd juist steeds meer behoefte kregen aan steeds kleinere tandwielen aan de voorzijde.
Hoe waren de reacties van de fietsers die wél Biopace gebruikten?
Velen daarvan waren dik tevreden. Maar het hielp de populariteit niet dat er telkens verhalen over knieklachten kwamen bovendrijven. Shimano paste het ontwerp in de loop der tijd aan: de bladen werden minder ovaal en symmetrischer, zodat ook mensen met een hoge cadans er baat bij zouden hebben. Maar feit bleef dat de fysiologische voordelen van het Biopace-systeem nooit keihard bewezen konden worden. Begin jaren negentig ontwierp Shimano nieuwe cassettes die niet matchten met het ovale kettingblad. Het gaf de fabrikant een goed excuus om Biopace stilletjes naar de uitgang te manoeuvreren.
Einde ovale kettingbladen dus?
Voor Shimano wel. Maar sinds die tijd zijn er toch weer onderdelenfabrikanten opgestaan die er serieus werk van zijn gaan maken. Rotor produceert bijvoorbeeld de Q-Ring, waarmee Carlos Sastre de Tour van 2008 won. Chris Froome won de Ronde van Frankrijk meerdere malen met een ovaal van O.Symetric. Maar die systemen zijn allebei gebaseerd op het originele idee uit de late negentiende eeuw, niet op de Japanse tegenhanger uit de jaren tachtig. Ook van deze originele ovale kettingbladen zijn nog altijd geen fysiologische voordelen bewezen. En ook hier klagen mensen soms over pijnlijke gewrichten. Maar een paar Tourwinnaars in je kamp, dat maakt je kans op verkoopsucces toch aanzienlijk groter.
Een klootzak zijn ging bij Lance vanzelf (review)
Deze wielerdocumentaires slepen je de fietsloze zomer door
Strava trekt betaalmuur verder op: goed idee of doodsteek?
Hoe Zwift je seizoen kan maken én breken